RingMUS

RingMUS

Bron: Vogeltrekstation en Ringersvereniging.

Inleiding
Van het Nederlandse grondoppervlak is 16% stedelijk gebied, en dat aantal neemt hard toe. Daarnaast zal over 50 jaar driekwart van alle Nederlanders in het stedelijk gebied wonen! Voor veel vogelsoorten vormt het stedelijk gebied een belangrijk leefgebied waar grote aantallen broedvogels en overwinterende vogels voorkomen. Een aantal vogelsoorten komt zelfs vrijwel uitsluitend voor in het stedelijk gebied. De recent door Vogelbescherming Nederland uitgebrachte
stadsvogelbalans laat zien dat deze vogels er niet altijd even goed voorstaan. Zeven van de ruim 50 soorten stadsvogels staan op de landelijke rode lijst, dit betekent dat deze vogels ernstig bedreigd zijn.
Bijna een kwart van alle stadsvogel soorten vertoont een matige of sterke afnemende trend tussen 1999 en 2008. Van de vogels van het stedelijk gebied weten we intussen vrij goed hoe het met de aantallen gesteld is. Maar over de oorzaken van de voor- en achteruitgang weten we echter veel minder.

Het ring-MUS project
Vogeltrekstation heeft daarom het ring-MUS project in het leven geroepen om demografische gegevens (zoals de verspreiding, de reproductie en de sterfte) van vogels van het stedelijk gebied te gaan meten. Het ring-MUS project
richt zich op alle vogel soorten die we in het stedelijk milieu tegenkomen, en dus niet alleen op Huismussen of Ringmussen!

Doel van het project
Het project ring-MUS heeft betrekking op alle vogels die voorkomen in het stedelijk gebied en wil door middel van het vangen en ringen van vogels een beter beeld krijgen van de demografische gegevens van vogels uit het stedelijke gebied. Deze gegevens kunnen helpen bij het opsporen van de oorzaken en het inschatten van risico’s voor vogels. Methode
Op regelmatige tijden worden in een tuin bij u in de buurt vogels gevangen voor wetenschappelijk onderzoek door ervaren mensen met een vergunning, zogenaamde ringers. Hiervoor maken de ringers gebruik van zogenaamde mistnetten. Alle gevangen vogels worden voorzien van een speciale metalen ring, met een unieke code. Daarnaast worden van alle gevangen vogels indien mogelijk de soort, de leeftijd en het geslacht bepaald. Ook wordt de vogel gewogen en wordt de vleugel lengte opgemeten.

Kleurringen
Bij de Huismus is gekozen voor een extra ring methode. Het gebruik van kleurringen, naast de metalen ring. Dit is gedaan omdat een Huismus, wanneer die eenmaal gevangen is, zich erg moeilijk terug laat vangen. Door gebruik te maken van kleurringen, worden de mussen individueel herkenbaar en kunnen ze op een afstand worden herkend. Vervolgens is het mogelijk met behulp van een verrekijker, telescoop of fototoestel om de individuele vogels  te herkennen. Voor degenen die het leukvinden is het volgen van de gekleurringde mussen een boeienHuismussende bezigheid.

Hoe kunt u meehelpen?
De ge(kleur)ringde mussen zijn met wat geluk zelfs met het blote oog te herkennen en iedere waarneming is nuttig. U zult uw ‘eigen’ mussen in de tuin op den duur kunnen herkennen. Maar pas op: dit kan verslavend zijn! Maar ook als de poes een geringde vogel pakt of wanneer er een vogel tegen het raam vliegt kunt u het nummer van de ring doorgeven. Het ringen heeft alleen zin als de ringen ook worden teruggemeld. Wilt u meehelpen dan is het belangrijk voor de
Huismussen de onderstaande gegevens noteren:
HUISMUS  Kleurring combinatie, links en rechts is vanuit de vogel bezien.RingMUS de Tuinen
– Links:  Boven Paars en onder Metaal
– Rechts: Boven Blauw en onder Blauw
– Datum: 01/05/2016
– Geslacht:  mannetje

In het bovenstaande voorbeeld is de kleurring-combinate van de Huismus op de de linkerpagina gebruikt. Het is belangrijk om bij het noteren van de kleurring-combinatie uit te gaan van links of rechts gezien vanuit de vogel! Daarnaast heeft elke geringde Huismus altijd een metalen ring om één van zijn poten.

Via onderstaand formulier kun je een geringde huismus melden:

    RAS Roodborsttapuit

    RAS Roodborsttapuit– Common Stonechat – Saxicola torquata

    EURING code:11392Roodborsttapuit

    Kleur-ring combinatie:

    • oranje ring met zwarte inscriptie van de letter A en een metalen ring
    • een combinatie van 2 kleur-ringen
    • de gecodeerde ring met metaal en de kleur-ringen kunnen aan beide poten voorkomen.
    • de oranje ring is de project marker

    Waarneming/Terugmelding Lees verder

    RAS Ringmus

    RAS Ringmus – Eurasion Tree Sparrow – Passer montanus

    EURING code: 15981

    Kleur-ring combinatie:Ringmus met kleur-ringen

    • oranje of zwarte ring met zwarte of witte inscriptie van de letter A en een metalen ring
    • een combinatie van 2 kleur-ringen
    • de gecodeerde ring met metaal en de kleur-ringen kunnen aan beide poten voorkomen.

    Ringmus met code ring A


    Waarneming/Terugmelding Lees verder

    RAS (Retrapping Adults for Survival)

    Bron: Vogeltrekstation

    Het project is gestart in 1998, maar gaandeweg zijn ook oudere gegevens met terugwerkende kracht aan het RAS-programma toegevoegd. Het doel van het project is om zoveel mogelijk terugvangsten of waarnemingen van één vogelsoort binnen een vastomlijnd gebied te verzamelen, die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen.

    Het ringwerk voor het RAS project vindt met name plaats gedurende het broedseizoen, en richt zich in de eerste plaats op de volwassen broedvogels. Daarnaast worden dikwijls ook de jonge vogels (in het nest) geringd, omdat een deel van deze vogels later als broedvogel terug kan keren naar hetzelfde gebied.

    De terugvangsten of waarnemingen van vogels, die in vorige jaren zijn geringd, kunnen worden gebruikt o
    m de overlevingskansen te berekenen. Een hoge graad van plaatstrouw bij broedende adulte vogels maakt het vergaren van ring- en terugvangstgegevens tot een efficiënt middel om de overlevingskansen van adulte vogels te meten en te volgen.

    Het project is zo eenvoudig en flexibel mogelijk ontworpen zodat het kan worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de soort die wordt gevolgd. Download handleiding.

    Een RAS-databank voor bescherming

    Ofschoon de terugmeldingen van geringde vogels al goede inlichtingen verschaffen over de overleving van een groot aantal vogelsoorten zijn er nog altijd belangrijke soorten en gebieden waar het Vogeltrekstation niet voldoende gegevens van heeft.

    Het RAS-project is in het leven geroepen om deze gaten op te vullen. Kennis van de overlevingskansen van vogels is van essentieel belang voor doeltreffende beschermingsmaatregelen.

     

    Het gebruik van kleurringen, zoals
    bij deze Grutto, kan een goed hulpmiddel
    zijn om terugmeldingen van broedvogels
    te vergaren zonder de vogels te
    hoeven terugvangen

    CES (Constant Effort Site)

    Bron: Vogeltrekstation

    De CES-lokaties liggen voornamelijk in rietvelden, struwelen en bosgebieden. Door de vangsten in de verschillende gebieden te vergelijken kan ook een relatie tussen biotoop en populatie worden verkregen.

    Het CES-project verschaft aanvullende informatie op verschillende nationale en Europese vogelonderzoeksprojecten zoals broedvogelinventarisaties, nestkaartproject en ringonderzoek aan trekvogels.

    Groot-Brittannië

    In 1981 werd in Groot-Brittannië een proefproject opgezet door de British Trust for Ornithology (BTO) om de mogelijkheden voor een Brits CES-project te testen.

    Het CES-project werd in 1986 door de BTO officieel aanvaard. Aanvankelijk lag de nadruk op het produceren van een ‘Ring index’ van de veranderingen in de adulte populatie, maar tegenwoordig krijgt de verhouding juveniel-adult en de overleving de meeste aandacht.

    Onderliggende processen

    In 2009 waren in Engeland 115 CES-vangplaatsen operationeel. De laatste jaren zijn er meer dan 40 CES-vangplaatsen in Nederland.

    Ook in Noord-Amerika en Canada is men, uit bezorgdheid over de recente achteruitgang van zangvogels, onlangs begonnen met het opzetten van CES-vangplaatsen naar Engels model. Daar wil men vooral inzicht krijgen op de onderliggende processen van deze achteruitgang. Het Nederlandse CES-project wordt ondersteund door de Gegevens-autoriteit Natuur (i.o.).