Sinds 2016 voeren wij een retrapping for survival (RAS) onderzoek uit naar Oeverzwaluwen. Dit onderzoek is bedoeld om meer inzicht te geven in de overleving van deze opportunistische zwaluwsoort. Jaarlijks nemen wij gemiddeld van zo’n 725 Oeverzwaluwen de biometrie en lezen we de conditie af. Sommige soms wel tot 6 jaar op rij. Echter om meer duiding te kunnen geven aan deze overleving moeten we ook begrijpen welke factoren een rol spelen buiten het broedgebied. Dus we moeten van deze vogels ook meer weten over waar deze vogels heen gaan wanneer ze het broedgebied verlaten.
Jarenlang ringwerk duidt op een mogelijke route richting Westelijk Afrika met een mogelijke tussenstop op het Iberisch schiereiland (Vogeltrekatlas). Maar echt zeker weten we het niet. De verzamelde terugvanst gegevens zijn fragmentarisch en zeer spaarzaam. Ringstations die gestructureerd en volgens vaste methodiek ringen zijn er minder naarmate we verder afzakken richting zuidelijk Europa en het Afrikaanse continent. De meeste gegevens komen vooral gebaseerd op lokale observaties van vrij foeragerende vogels. Dit bemoeilijkt gedetailleerd veldonderzoek omdat we niet exact weten in welke gebied gezocht moet worden. Er is op dit moment dus onvoldoende informatie voor handen om verder gedegen onderzoek buiten de broedgebieden uit te voeren of eventuele (lokale) beschermingsinitiatieven te ondersteunen.
Sinds kort hebben we de mogelijkheid om ook kleinere vogels individueel traceren met behulp van zogenaamde geolocators. Kleine lichtsensoren die meekunnen reizen met de vogels om zo in grote lijnen te kunnen bepalen welke route ze daarbij hebben afgelegd. Hiermee hebben we eerder al – in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen en VRS het Gooi, succesvol de route van de in Nederlands broedende Kleine Karekiet en Bosrietzanger kunnen bepalen (Vogelbescherming).
Wij gaan deze geolocators inzetten om te achterhalen waar in Nederland broedende Oeverzwaluwen heen gaan. In dit onderzoek gaan wij een aantal vragen beantwoorden: waar trekken de in Nederland broedende Oeverzwaluwen heen wanneer ze hun broedgebied verlaten? Welke route volgen ze daarbij en welke pleisterplaatsen doen ze onderweg aan? Om zo een completer beeld te krijgen van factoren die overleving en fenologie van deze vogels beïnvloeden. Dit doen we door deze te verzamelen gegevens over de migratieroute, overwinterings- en pleistergebieden te koppelen aan de reeds door ons verzamelde gegevens van het RAS project over broed- en overlevingssucces in het broedgebied.
Dit project zal in 2024 starten en zal ongeveer 3 jaar veldwerk in beslag nemen. De verzamelde gegevens zullen we uitgebreid analyseren en publiceren.
Kleurringen
Om de zwaluwen voorzien van een geolocator goed te kunnen herkennen in het veld, gaan we ook kleurringen gebruiken. Voor de zwaluwen voorzien van een geolocator in 2024 gaan wij een een oranje kleurring hanteren, voor de vogels voorzien in 2025 een paarse. Voor meer info zie cr-birding. Mocht je zo’n kleurring gezien hebben? Laat het ons vooral weten via ring_at_vrsdehaar.nl
Sponsering
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door:
- Ijsvogelfonds, Nationale postcode loterij
- Huib Kluiver fonds
- Vogeltrekstation
- NIOO-KNAW
- Groen aan de buurt, Provincie Utrecht
- Carel Nengerman fonds
- Stichting Vogeltrekstation
- Stichting VRS de Haar
- Crowdfunding Geolocator project
Voor dit project zijn we nog steeds op zoek naar verdere financiële ondersteuning. Heb je interesse om bij te dragen laat het ons vooral weten via: Sponsor ook een geolocator of neem contact met ons op.