Auteur:
Financieel Jaarverslag 2020
Verslag VRS de Haar 2016-2019
VRS de Haar is opgericht in 2016, sindsdien zijn we begonnen met het verzamelen van gegevens over de door ons geringde, terug gevangen of gemelde vogels. Hierbij het eerste verslag van ons ringstation over de eerste periode waarin we gegevens hebben verzameld. Het is niet toegestaan om zonder onze schriftelijke toestemming foto’s of gegevens over te nemen of te gebruiken. Wilt u gebruik maken van materiaal uit ons verslag dan kunt u contact opnemen via de mail info@vrsdehaar.nl
Financieel Jaarverslag 2019
Beleidsplan VRS de Haar 2020
Financieel Jaarverslag 2018
Financieel Jaarverslag 2017
Financieel Jaarverslag 2016
Lezing en excursie Natuurwerkgroep Kockengen
Op vrijdag 16 december 2016 heeft Tijs van den Berg een lezing gegeven bij de Natuurgroep Kockengen, de volgende dag kwam de groep op excursie op de ringbaan. Hieronder het krantenartikel uit de Vechtstroom #15 van 21/12/2016. Het artikel is ook te lezen op de online versie van de Vechtstroom.
Partners VRS de Haar
VRS de Haar voert in samenwerking met Utrecht Natuurlijk kleurring-onderzoek uit. Door vogels te voorzien van kleurringen kunnen bewoners van Utrecht actief meewerken aan vogelonderzoek. Burgers kunnen ringen aflezen en doorgeven aan VRS de Haar.
De belangrijkste onderzoekslocaties van VRS de Haar bevinden zich op terreinen van vereniging Natuurmonumenten. Vogelonderzoek kan alleen uitgevoerd worden met toestemming en steun van de terreineigenaren en -beheerders. Natuurmonumenten maakt het ringonderzoek in Haarzuilens mogelijk.
De gemeente Utrecht heeft via het initiatievenfonds een subsidie verleent waardoor VRS de Haar de activiteiten kon opstarten.
Al het vogelringonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht en samenwerking met het Vogeltrekstation (VT). Het VT is ook vergunningverlener van de ringmachtigingen.
De ringers van VRS de Haar zijn lid van de Ringersvereniging. Deze vereniging behartigt de belangen van de ringers (onderzoekers) en verzorgd in samenwerking met het vogeltrekstation de opleiding en certificering van de ringers. Daarnaast zorgt de vereniging voor kennisoverdracht en -borging d.m.v. publicaties en lezingen.

RingMUS
Bron: Vogeltrekstation en Ringersvereniging.
Inleiding
Van het Nederlandse grondoppervlak is 16% stedelijk gebied, en dat aantal neemt hard toe. Daarnaast zal over 50 jaar driekwart van alle Nederlanders in het stedelijk gebied wonen! Voor veel vogelsoorten vormt het stedelijk gebied een belangrijk leefgebied waar grote aantallen broedvogels en overwinterende vogels voorkomen. Een aantal vogelsoorten komt zelfs vrijwel uitsluitend voor in het stedelijk gebied. De recent door Vogelbescherming Nederland uitgebrachte
stadsvogelbalans laat zien dat deze vogels er niet altijd even goed voorstaan. Zeven van de ruim 50 soorten stadsvogels staan op de landelijke rode lijst, dit betekent dat deze vogels ernstig bedreigd zijn.
Bijna een kwart van alle stadsvogel soorten vertoont een matige of sterke afnemende trend tussen 1999 en 2008. Van de vogels van het stedelijk gebied weten we intussen vrij goed hoe het met de aantallen gesteld is. Maar over de oorzaken van de voor- en achteruitgang weten we echter veel minder.
Het ring-MUS project
Vogeltrekstation heeft daarom het ring-MUS project in het leven geroepen om demografische gegevens (zoals de verspreiding, de reproductie en de sterfte) van vogels van het stedelijk gebied te gaan meten. Het ring-MUS project
richt zich op alle vogel soorten die we in het stedelijk milieu tegenkomen, en dus niet alleen op Huismussen of Ringmussen!
Doel van het project
Het project ring-MUS heeft betrekking op alle vogels die voorkomen in het stedelijk gebied en wil door middel van het vangen en ringen van vogels een beter beeld krijgen van de demografische gegevens van vogels uit het stedelijke gebied. Deze gegevens kunnen helpen bij het opsporen van de oorzaken en het inschatten van risico’s voor vogels. Methode
Op regelmatige tijden worden in een tuin bij u in de buurt vogels gevangen voor wetenschappelijk onderzoek door ervaren mensen met een vergunning, zogenaamde ringers. Hiervoor maken de ringers gebruik van zogenaamde mistnetten. Alle gevangen vogels worden voorzien van een speciale metalen ring, met een unieke code. Daarnaast worden van alle gevangen vogels indien mogelijk de soort, de leeftijd en het geslacht bepaald. Ook wordt de vogel gewogen en wordt de vleugel lengte opgemeten.
Kleurringen
Bij de Huismus is gekozen voor een extra ring methode. Het gebruik van kleurringen, naast de metalen ring. Dit is gedaan omdat een Huismus, wanneer die eenmaal gevangen is, zich erg moeilijk terug laat vangen. Door gebruik te maken van kleurringen, worden de mussen individueel herkenbaar en kunnen ze op een afstand worden herkend. Vervolgens is het mogelijk met behulp van een verrekijker, telescoop of fototoestel om de individuele vogels te herkennen. Voor degenen die het leukvinden is het volgen van de gekleurringde mussen een boeiende bezigheid.
Hoe kunt u meehelpen?
De ge(kleur)ringde mussen zijn met wat geluk zelfs met het blote oog te herkennen en iedere waarneming is nuttig. U zult uw ‘eigen’ mussen in de tuin op den duur kunnen herkennen. Maar pas op: dit kan verslavend zijn! Maar ook als de poes een geringde vogel pakt of wanneer er een vogel tegen het raam vliegt kunt u het nummer van de ring doorgeven. Het ringen heeft alleen zin als de ringen ook worden teruggemeld. Wilt u meehelpen dan is het belangrijk voor de
Huismussen de onderstaande gegevens noteren:
HUISMUS Kleurring combinatie, links en rechts is vanuit de vogel bezien.
– Links: Boven Paars en onder Metaal
– Rechts: Boven Blauw en onder Blauw
– Datum: 01/05/2016
– Geslacht: mannetje
In het bovenstaande voorbeeld is de kleurring-combinate van de Huismus op de de linkerpagina gebruikt. Het is belangrijk om bij het noteren van de kleurring-combinatie uit te gaan van links of rechts gezien vanuit de vogel! Daarnaast heeft elke geringde Huismus altijd een metalen ring om één van zijn poten.
Via onderstaand formulier kun je een geringde huismus melden:
Sponsoren Ringen
RAS Roodborsttapuit
RAS Roodborsttapuit– Common Stonechat – Saxicola torquata
Kleur-ring combinatie:
- oranje ring met zwarte inscriptie van de letter A en een metalen ring
- een combinatie van 2 kleur-ringen
- de gecodeerde ring met metaal en de kleur-ringen kunnen aan beide poten voorkomen.
- de oranje ring is de project marker
Waarneming/Terugmelding Lees verder
RAS Ringmus
RAS Ringmus – Eurasion Tree Sparrow – Passer montanus
Kleur-ring combinatie:
- oranje of zwarte ring met zwarte of witte inscriptie van de letter A en een metalen ring
- een combinatie van 2 kleur-ringen
- de gecodeerde ring met metaal en de kleur-ringen kunnen aan beide poten voorkomen.
Waarneming/Terugmelding Lees verder
Verslagen ringwerk
VRS de Haar zal ieder jaar een jaarverslag schrijven. In het jaarverslag zullen de resultaten van de projecten beschreven worden. Ook zullen we analyse van het vogelonderzoek publiceren.
Voor korte verslagen van het ringwerk verwijzen we naar de Blog van Huib de Rooij, hij schrijft regelmatig zijn belevingen bij het ringstation in Blogvorm. Deze persoonlijke blog wordt ook gebruikt voor Huib’s andere interesses en belevenissen.
Hieronder het jaarverslag van de jaren 2016 t/m 2019
Jaarplan 2017
VRS de Haar is opgericht in september 2016. Voor het jaar 2016 en 2017 is onze eerste jaarplan opgesteld. In dit plan zijn de volgende zaken beschreven:
- Doelstellingen VRS de Haar en Samenvatting
- Oprichting en professionalisering van VRS de Haar
- Inrichten van de CES-locatie en andere ringlocaties
- Uitvoeren van vogelringonderzoek
- Activiteiten voor het Vogeltrekstation en de Ringersvereniging
- Organiseren van excursies en geven van lezingen
- Publiceren van verslagen en informatieve artikelen op de website
Het hele plan is te lezen via de volgende link: Beleidsplan VRS de Haar 2016 en 2017
RAS (Retrapping Adults for Survival)
Bron: Vogeltrekstation
Het project is gestart in 1998, maar gaandeweg zijn ook oudere gegevens met terugwerkende kracht aan het RAS-programma toegevoegd. Het doel van het project is om zoveel mogelijk terugvangsten of waarnemingen van één vogelsoort binnen een vastomlijnd gebied te verzamelen, die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen.
Het ringwerk voor het RAS project vindt met name plaats gedurende het broedseizoen, en richt zich in de eerste plaats op de volwassen broedvogels. Daarnaast worden dikwijls ook de jonge vogels (in het nest) geringd, omdat een deel van deze vogels later als broedvogel terug kan keren naar hetzelfde gebied.
De terugvangsten of waarnemingen van vogels, die in vorige jaren zijn geringd, kunnen worden gebruikt o
m de overlevingskansen te berekenen. Een hoge graad van plaatstrouw bij broedende adulte vogels maakt het vergaren van ring- en terugvangstgegevens tot een efficiënt middel om de overlevingskansen van adulte vogels te meten en te volgen.
Het project is zo eenvoudig en flexibel mogelijk ontworpen zodat het kan worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de soort die wordt gevolgd. Download handleiding.
Een RAS-databank voor bescherming
Ofschoon de terugmeldingen van geringde vogels al goede inlichtingen verschaffen over de overleving van een groot aantal vogelsoorten zijn er nog altijd belangrijke soorten en gebieden waar het Vogeltrekstation niet voldoende gegevens van heeft.
Het RAS-project is in het leven geroepen om deze gaten op te vullen. Kennis van de overlevingskansen van vogels is van essentieel belang voor doeltreffende beschermingsmaatregelen.
Het gebruik van kleurringen, zoals
bij deze Grutto, kan een goed hulpmiddel
zijn om terugmeldingen van broedvogels
te vergaren zonder de vogels te
hoeven terugvangen
Doelstellingen VRS de Haar
- De stichting heeft ten doel: het uitvoeren van vogelonderzoek en alle activiteiten die daarmee rechtstreeks en zijdelings verband houden, teneinde bij te dragen aan wetenschappelijk onderzoek, de bescherming van wilde vogels en natuurbescherming, één en ander in de ruimste zin van het woord. De stichting beoogt tevens ornithologische kennis te bevorderen en de bewustwording omtrent vogelbescherming, de bescherming van vogeltrekroutes en de leef- en foerageergebieden van vogels.
- De stichting verwezenlijkt haar doel onder meer door het inrichten, beheren en exploiteren van het vogelringstation de Haar (VRS de Haar). Het vogelringstation vangt en ringt in het wild voorkomende vogels. Het vogelringstation voert vogelonderzoek uit in het kader van projecten van het Vogeltrekstation te Wageningen. Daarnaast voert het vogelringstation vogelonderzoek en projecten uit voor andere opdrachtgevers.
- Kennisoverdracht en verantwoording vindt plaats middels publicatie van onderzoeksgegevens en -bevindingen in jaarverslagen, (populair)wetenschappelijke tijdschriften, internetsites, lezingen en excursies.
- De stichting heeft geen winstoogmerk en de activiteiten van de stichting dienen het algemeen belang.
Stichting VRS de Haar
Op 2 september 2016 is Stichting Vogelringstation de Haar, kortweg VRS de Haar, opgericht.
Het bestuur wordt gevormd door de volgende personen:
- Mark Bouts (voorzitter)
- Huib de Rooij (secretaris)
- Peter Siebelink (penningmeester)
De stichting staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel met KvK-nummer 66766818. Het RSIN / fiscaal nummer is 8566.89.749
De stichting is te bereiken via het mailadres info@vrsdehaar.nl
Ringers Ringstation de Haar
- Tijs van den Berg
- Henk Lichtenbeld
- Tim Kreetz
- Yvonne Radstake
- Johan Tuls
- Erik Hulshoff
- Len de Goede
- Sylvana Harmsen
- Tom Squires
- Jonathan Robinson
- Nina Schouten
- Annemarie Loof
- Hans de Vos
Aspitant-ringers
- Mark Bouts
- William van Lint
Medewerkers
- Huib de Rooij
- Maurice Willemsen
- Gerard van Zuilen
- Peter Siebelink
- Albert de Jong
- Suze van der Linden
- Richard Oud
- Suzanne Sterken
Beloningsbeleid VRS de Haar
Alle bestuursleden en medewerkers van VRS de Haar werken als vrijwilliger voor de Stichting. Er vindt geen enkele vorm van beloning plaats. Middelen en materialen die voor het ringwerk nodig zijn worden door het VRS aangeschaft. Aankopen die bestuursleden en medewerkers met toestemming van de penningmeester hebben gedaan worden gedeclareerd en door de stichting vergoed.
Medewerkers VRS de Haar
VRS de Haar, april 2016
Subsidie gemeente Utrecht
VRS de Haar heeft een subsidie ontvangen uit het initiatieven fonds van de gemeente Utrecht.
Met behulp van deze subsidie heeft het vogelringstation de aanschaf kunnen financieren van alle benodigde netten en stokken voor de CES locatie. Door deze subsidie kon het VRS haar activiteiten starten en hiermee heeft de gemeente Utrecht samen met Natuurmonumenten een belangrijke bijdrage geleverd aan de oprichting van Vogelringstation de Haar.
CES (Constant Effort Site)
Bron: Vogeltrekstation
De CES-lokaties liggen voornamelijk in rietvelden, struwelen en bosgebieden. Door de vangsten in de verschillende gebieden te vergelijken kan ook een relatie tussen biotoop en populatie worden verkregen.
Het CES-project verschaft aanvullende informatie op verschillende nationale en Europese vogelonderzoeksprojecten zoals broedvogelinventarisaties, nestkaartproject en ringonderzoek aan trekvogels.
Groot-Brittannië
In 1981 werd in Groot-Brittannië een proefproject opgezet door de British Trust for Ornithology (BTO) om de mogelijkheden voor een Brits CES-project te testen.
Het CES-project werd in 1986 door de BTO officieel aanvaard. Aanvankelijk lag de nadruk op het produceren van een ‘Ring index’ van de veranderingen in de adulte populatie, maar tegenwoordig krijgt de verhouding juveniel-adult en de overleving de meeste aandacht.
Onderliggende processen
In 2009 waren in Engeland 115 CES-vangplaatsen operationeel. De laatste jaren zijn er meer dan 40 CES-vangplaatsen in Nederland.
Ook in Noord-Amerika en Canada is men, uit bezorgdheid over de recente achteruitgang van zangvogels, onlangs begonnen met het opzetten van CES-vangplaatsen naar Engels model. Daar wil men vooral inzicht krijgen op de onderliggende processen van deze achteruitgang. Het Nederlandse CES-project wordt ondersteund door de Gegevens-autoriteit Natuur (i.o.).

Usutuvirus voor het eerst in merels en laplanduilen in Nederland
Bron: Vogeltrekstation
Gezamenlijk persbericht van DWHC, Erasmus MC, Sovon, Vogeltrekstation NIOO-KNAW, VPDC
Het Usutuvirus is recent voor het eerst vastgesteld in Nederland. Het virus is zowel bij gehouden laplanduilen (Strix nebulosa) als bij wilde, dode en levende, merels (Turdus merula) vastgesteld. Dit melden verschillende onderzoeksorganisaties, waaronder het DWHC en Erasmus MC. Het Usutuvirus is een vogelvirus dat al geruime tijd voorkomt in Europa.
Sinds augustus zijn bij het DWHC meer dan 40 meldingen binnengekomen van sterfte onder merels in Nederland. Deze verhoogde sterfte is met name waargenomen in enkele gebieden in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. Ook zijn gehouden laplanduilen gestorven, waarvan een aantal vogels bij het VPDC van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht zijn onderzocht. Monsters van zowel de merels als de laplanduilen zijn naar het Erasmus MC gestuurd voor onderzoek naar Usutuvirus. Het is bekend dat dit virus verhoogde sterfte bij deze vogels kan veroorzaken. Bovendien is onlangs in Noordrijn-Westfalen, aan de grens met Nederland, het Usutuvirus vastgesteld. In België is ook een verhoogde sterfte onder merels gemeld.
Usutu in levende merels
Daarnaast is dit virus in Nederland gevonden bij een tweetal levende merels. Deze merels werden gevangen voor monsterafname in het kader van een studie van Erasmus MC en het Vogeltrekstation NIOO-KNAW waarin het vóórkomen van zogenaamde zoönotische virussen in wilde vogels in Nederland wordt onderzocht.
Vijf organisaties, DWHC, Erasmus MC, Sovon, Vogeltrekstation en VPDC, werken nauw samen om ongewone sterfte en de aanwezigheid van ziektes bij vogels snel in beeld te kunnen brengen. Om de verspreiding van dit virus goed te kunnen volgen, is het belangrijk zieke en dode wilde vogels te melden bij Sovon of DWHC. Vogelringers aangesloten bij het Vogeltrekstation nemen de komende weken extra monsters van gevangen merels om de verspreiding van het Usutuvirus te kunnen vaststellen.
Achtergrond
Het Usutuvirus is een arbovirus dat bij vogels voorkomt. Dit virus is de afgelopen decennia herhaaldelijk in Europa bij vogels vastgesteld, namelijk in Spanje, Italië, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië en Duitsland.
Het Usutuvirus veroorzaakt sterfte bij zangvogels en uilen, waarbij vooral uitgebreide sterfte optreedt bij merels, huismussen (Passer domesticus) en laplanduilen. Mogelijk komt het ook bij andere zangvogels en uilen voor.
Mensen
Het is zeer uitzonderlijk dat mensen besmet raken. Het virus wordt door steekmuggen, voornamelijk uit het geslacht Culex, overgedragen. In Europa zijn tot nu toe vijf patiënten met het usutuvirus bekend, ondanks grootschalige uitbraken bij vogels. Bij drie van deze patiënten was het immuunsysteem verzwakt.
Maatregelen voor het hanteren van (dode) vogels veranderen niet. Hiervoor gelden de normale hygiënische maatregelen (zie https://www.dwhc.nl/vragen/).
Contact informatie
Erasmus MC: Dr. Chantal Reusken
Vogeltrekstation van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW): Dr. Henk van der Jeugd 0317 – 47 34 63 of 06 – 2732 8803
Dutch Wildlife Health Centre: Ir. Margriet Montizaan
Veterinair Pathologisch Diagnostisch Centrum (VPDC): Dr. Marja Kik